Het isoleren van uw praktijk (en woonhuis) is één van de meest duurzame keuzes die u kunt maken. Van de totale CO2 uitstoot van de zorg komt bijna 40% voor rekening van energieverbruik. Een groot deel daar weer van wordt gevormd door verwarming en koeling van panden. Isoleren hoeft niet duur te zijn en met de huidige (2022) energieprijzen verdienen veel maatregelen zicht binnen 3 jaar terug. Isolatie gaat over de ‘schil’ van een gebouw. Voordat u aan de slag gaat wil ik adviseren om ook het kopje ventilatie goed mee te nemen in uw plan; dit onderdeel wordt vaak vergeten en een slecht binnenklimaat kan een vervelende nabrander zijn.

Dakisolatie

Via het dak verliest u gemiddeld zo’n 30% van alle energie (warmte/koeling). Bij platte daken is het vervangen van het dakleer een goed moment om het dak te isoleren vanaf de buitenkant. Alles ligt dan toch open en binnen merkt u weinig van de verbouwing. Kies voor een Rd waarde (isolatiewaarde) van 6 als u het dak gaat vervangen, dat is gelijkwaardig aan een nieuwbouwwoning. De minimale extra prijs voor het materiaal weegt makkelijk op tegen de voordelen van minder energieverbruik.
Bij een schuin (pannen)dak kan ook isolatie aan de buitenkant aangebracht worden met dezelfde voordelen. Dit leid er echter vaak toe dat ook alle dakgoten aangepast moeten worden. Daarom worden schuine daken vaak van binnenuit geïsoleerd. Een gespecialiseerd bedrijf brengt een dikke laag isolatiemateriaal aan tussen de spanten van het dak. Om vochtproblemen te voorkomen wordt een dampdichte folie geplaatst en dan bijvoorbeeld gipsplaten. PIR is een populair zeer goed isolerend materiaal waardoor u met een geringe dikte al een goede isolatiewaarde haalt. Als u voor een volledig duurzaam isolatiemateriaal wilt gaan kunt u ook kiezen voor bijvoorbeeld vlas. Hier staat een uitgebreidere uitleg over dakisolatie.

Muurisolatie

Een tweede grote klapper is het isoleren van de wanden van uw praktijk of huis. Hier gaat circa 20% van de energie verloren. Er zijn grofweg drie manieren van isoleren waarbij het van belang is dat u weet hoe de muur is gebouwd. Uw muur kan halfsteens (geen spouw) of steens (met spouw) gebouwd zijn. Panden van voor 1930 zijn doorgaans halfsteens gebouwd. De muurisolatie van panden van na 2010 is doorgaans zo goed dat extra isoleren weinig winst oplevert.

Isolatie aan de buitenzijde
Als u een steens wand heeft dan is isoleren vanaf de buitenkant het allerbeste. Er komt dan isolatie tegen de buitenwand waarna er een geheel nieuwe buitenmuur opgemetseld wordt. Dit verandert uiteraard wel het uiterlijk van het (oude) pand en daarnaast is het de duurste optie.

Isolatie spouwmuur
De ruimte tussen de twee opgemetselde muren heet de spouw. In oude huizen is deze enkele centimeters dik, in nieuwere panden tot wel 20-30 cm. De spouw is ideaal om te isoleren; door kleine gaatjes in het buitenspouwblad te boren kunnen er isolatiekorrels of vezels in de spouw gespoten worden. De dikte van de spouw bepaalt de isolatiewaarde, hoe dikker hoe beter. De kosten zijn zeer goed te overzien en snel terugverdiend.

Isolatie aan de binnenzijde
Als bovenstaande opties niet mogelijk zijn dan zijn voorzetwanden aan de binnenzijde met daarin isolatiemateriaal een optie. Hierdoor wordt de binnenruimte natuurlijk kleiner en de kosten zitten tussen bovenstaande opties in. Ook hier geldt ‘hoe dikker hoe beter’ maar bij beperkte ruimte kan gekozen worden voor bijvoorbeeld Superfoil of PIR platen die met een dikte van minder dan 5 cm al goede isolatiewaardes geven.

Vloerisolatie

Via de vloer verliest een ruimte zo’n 10% van de energie. Wel zorgt een koude vloer voor een onaangenaam klimaat dus isolatie levert naast energiebesparing ook meer comfort op. De makkelijkste manier van isoleren is van onderaf indien er een kruipruimte aanwezig is. De diepte van de kruipruimte bepaalt voor het type isolatie. Twee bekende methodes zijn het gebruik van (eco)PUR en TONZON platen. Het voordeel van PUR is dat alle kieren goed dicht zijn en het ook dicht blijft. Nadeel is de klimaatimpact van het schuim zelf en als je ooit nog bij een leiding moet zijn… TONZON is wat duurder, isoleert in principe even goed maar na verloop van tijd zie je soms dat er platen los komen te zitten en naar beneden vallen. Ook is niet elke kier dicht te krijgen.
De kosten vallen over het algemeen ook weer erg mee, en zijn snel terugverdient.

Ramen

Via het glas verliest een gebouw nog circa 15% van zijn energie. Daarnaast geven oude ramen zogenaamde ‘koudeval’; de lucht die er vlak voor zit koelt af en valt naar beneden. Hierdoor kan er een gevoel van tocht ontstaan (dat is de reden dat radiatoren altijd onder de ramen zitten). Ook komt er daardoor condens op de ramen.
De ramen vervangen is relatief één van de minst rendabele ingrepen (alsnog <5 jaar terugverdientijd) maar zorgt vooral voor een enorme toename van comfort.
Veel mensen denken nog dat dubbel glas de standaard is. Dit is echter een ‘innovatie’ uit de jaren ’70. Daarna is er nog HR, HR+, HR++ en HR+++ glas (de huidige standaard) ontwikkeld. In oude kozijnen is HR++ glas vaak de beste keus. Als u nieuwe kozijnen laat plaatsen kies dan voor HR+++ (triple) glas.
De isolatiewaarde verdubbelt grofweg van enkel naar dubbel naar HR++ naar HR+++.

Waar is de andere 25%?

Als u bovenstaande percentages optelt dan mist er nog 25% aan ‘energieverlies’. Het grootste aandeel zit in het verlies via ventilatie. De voordeur die open gaat, ventilatieroosters, raampjes etc. Daarnaast zijn er altijd koudebruggen zoals stenen dorpels, en bv raambeslag. Als u automatische deuren heeft (schuif) kan het lonen om deze te verdubbelen net zoals vaak in verpleeghuizen het geval is. Men moet dan wel wachten tot de andere deur gesloten is maar het bespaart veel energiekosten.